De meest bekende piraat ter wereld, Paul Watson, zit al meer dan vier maanden achter tralies in een gevangenis op Groenland. Internationale beroemdheden hebben om zijn vrijlating gevraagd. Maar de Japanse regering heeft nog een appeltje te schillen met de piraat. Zo ramde diens schip de Sea Shepherd II in 1990 twee Japanse drijfnetschepen in de Stille Oceaan en bracht naar zeggen voor meer dan twee miljoen dollar schade aan. En de Japanse walvisjacht is al decennia een doelwit voor de piraat en zijn medestanders: de ecopiraten.
Dit jaar is een nieuw Japans ‘moederschip’ voor de walvisvangst de oceaan opgegaan. De Kangei Maru kan de zware walvissen geharpoeneerd door begeleidende jagers op dek takelen en verwerken tot vlees voor de Japanse walvisindustrie. De piraat was in zijn schip naar de Stille Oceaan vertrokken met als doel de activiteiten van de Kangei Maru onmogelijk te maken. Aangekomen op Groenland werd hij echter gearresteerd. Groenland is weliswaar een autonome provincie van Denemarken, maar justitie en buitenlandse zaken vallen nog steeds onder de Denen. En ook de Denen hebben nog een appeltje te schillen met de piraat. In 1986 kwam het op de Deense Faeröer eilanden tot aanvallen van bewoners op de Sea Shepherd II, toen die een einde wilde maken aan de lokale jacht op grienden, een van de grootste soorten dolfijnen. De piraat werd op Groenland gearresteerd op basis van een opsporingsbevel dat Interpol al in 2012 op verzoek van Japan voor hem had uitgevaardigd, en de Deense rechtbank overweegt nu het Japanse verzoek to uitlevering.
Sinds de piraat in 1979 voor het eerst een walvisjager ramde zijn de activiteiten van de ecopiraten voor velen een bron van fascinatie, voor anderen een daad van terrorisme. In mijn bijdrage aan de net verschenen bundel over groene criminologie, geredigeerd doorDaan van Uhm. bespreek ik de ontwikkeling van ecopiraterij vanuit zowel het perspectief van de milieustrijd, als de historische traditie van piraterij.